Maar bij die laatste twee gebeurt dat met weinig enthousiasme, zo bleek
woensdagavond bij de behandeling van het plan van minister Wouter Bos en
staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën.
De Kamerleden Ewout Irrgang (SP) en Kees Vendrik (GroenLinks) vinden de
ingrepen lang niet ver genoeg gaan en spraken van "symboolwetgeving” en
"een fopspeen”.
Volgens het wetsontwerp moeten werkgevers een heffing van 30 procent gaan
betalen over vertrekvergoedingen van meer dan 500.000 euro voor
topbestuurders. Ook krijgen ze een belastingheffing van 15 procent opgelegd
als ze topfunctionarissen op de valreep aan een fors hoger pensioen helpen.
Verder moeten durfinvesteerders, die nu vaak nauwelijks belasting
betalen, straks 25 procent gaan afdragen over de investeringsgelden.
SP en GroenLinks denken dat de voorstellen er nauwelijks toe zullen bijdragen
de beloningskloof tussen directieleden en modale werknemers te verkleinen.
Zij pleiten onder meer voor een beperking van bonussen voor
topfunctionarissen.
VVD en PVV zien helemaal niets in het wetsvoorstel. Ze denken dat dat
makkelijk te omzeilen is, hebben allerlei technische bezwaren en vrezen dat
het de aandeelhouders van bedrijven op kosten jaagt. Beide partijen wezen
erop dat ook de Raad van State scherpe kritiek had. VVD en PVV kwamen met
een reeks wijzigingsvoorstellen, die echter kansloos lijken.
Voor Bos en de PvdA-fractie zijn de voorstellen overigens tweede keus. Bos
wilde aanvankelijk de topinkomens aanpakken via het beperken van de
pensioenopbouw en door het extra belasten van eigenaren van zeer dure
huizen. Onder druk van het CDA moest hij die plannen laten varen.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl